vrijdag 8 april 2016

Hoogte pensioen wordt meer uw eigen risico | Financiële Planning

Internationaal bezien bezit Nederland een mooi pensioenstelsel, waarop we trots mogen zijn. Als gevolg van verschillende oorzaken staat dit stelsel toch onder druk. Langzaam maar zeker is te zien dat het pensioen minder zeker wordt.

Een mooi maar ingewikkeld pensioenstelsel
Nederland heeft een mooi maar ingewikkeld stelsel van pensioen. Het stelsel is gebouwd op drie pijlers.

De AOW
De eerste pijler bestaat uit de AOW. Iedere inwoner in Nederland heeft recht op dit basispensioen. De premie wordt opgebracht door degenen die betaald aan het arbeidsproces deelnemen. De hoogte van de AOW wordt bepaald door de politiek. Om de lasten van de AOW voor de werkenden draagbaar te houden is de datum waarop iemand AOW ontvangt opgeschoven. Naarmate de levensverwachting verder stijgt, zal ook de datum waarop de AOW ingaat verder in de tijd opschuiven.

Het pensioen via de werkgever
Meer dan 90 % van de werknemers bouwt naast de AOW een pensioen op bij het bedrijf waar hij/zij werkt. Gemiddeld is dit 20 % van het salaris. Dit is de tweede pijler van het pensioengebouw. De werknemer betaalt zelf dus (fors) mee aan de opbouw van dit pensioen.

Eigen regeling
Daarnaast, en dat is de derde pijler, kan de Nederlandse burger pensioen opbouwen via onder meer fiscaal gefaciliteerde producten van banken en verzekeraars. Hiermee kan de burger “op maat” zorgen voor een voldoende inkomen, nadat hij gestopt is met het verrichten van betaalde arbeid.

Pensioen werkgever volgde koopkrachtontwikkeling
Lange tijd was het gebruikelijk, dat de uitkering van het werkgeverspensioen de koopkrachtontwikkeling min of meer volgde. Anders gezegd: stegen de prijzen van goederen en diensten, dan steeg ook de hoogte van het pensioen. Ondanks stijgende prijzen, konden de gepensioneerden op deze wijze toch op het niveau blijven leven, zoals zij dat gewend waren.

Koopkrachtbehoud bij pensioen steeds minder houdbaar
Bij het werkgeverspensioen betalen werkgever en werknemer gedurende het dienstverband premies waaruit later de pensioenuitkering wordt gefinancierd. De hoogte van deze premie wordt mede gebaseerd op de gemiddelde levensverwachting van de werknemer. Stijgt deze levensverwachting in de jaren dat de werknemer werkt, bijvoorbeeld door medische ontwikkelingen, dan zal in de jaren daaraan voorafgaand te weinig premie zijn betaald om de langere levensverwachting te financieren. Niet altijd is het mogelijk om dit “tekort” in de latere jaren weer in te halen. In totaal is er in een dergelijke situatie eigenlijk te weinig “gespaard” om de gewenste pensioenuitkering voor de volledige levensduur te financieren.
Bij het bepalen van de hoogte van de premie heeft de pensioenuitvoerder een inschatting gemaakt van het rendement, dat hij met de ingelegde premies kan behalen. In de afgelopen 15 jaren zijn de beleggingsopbrengsten echter bij veel pensioenuitvoerders lager dan waarmee oorspronkelijk was gerekend. De rente is bijvoorbeeld al langere tijd historisch laag.
Deze twee factoren, langere levensduur en lagere rendementen, maken het voor veel pensioenfondsen, niet meer mogelijk om garanties te geven dat pensioenuitkeringen in de toekomst de koopkrachtontwikkelingen zullen volgen.

Risico komt meer en meer bij de werknemer te liggen
Het pensioenstelsel ontwikkelt zich daarom meer en meer naar een systeem waarbij de werknemer het risico gaat dragen van tegenvallende rendementen en stijgende levensverwachtingen. Dit gebeurt simpelweg omdat de pensioenuitkering niet langer automatisch de koopkrachtontwikkeling volgt.

Maatwerk wordt belangrijker
Anno 2016 is de hoogte en de ingangsdatum van de AOW afhankelijk van politieke beslissingen en moeten ook werknemers zelf het risico dragen van de tegenvallende rendementen en een stijgende levensverwachting. De conclusie kan niet anders zijn, dan dat de eerste en tweede pijler van het Nederlandse pensioenstelsel minder zekerheid gaan geven.
Hierdoor krijgt de derde pijler, de individuele maatregelen die burgers zelf kunnen nemen, vanzelf een groter belang. Dit belang kan op verschillende manieren worden ingevuld. Door individuele verzekeringen af te sluiten, maar ook net zo goed door de lasten na pensionering tijdig te verlagen. Bijvoorbeeld door extra aflossingen te doen tijdens het arbeidzame leven om de hypotheeklasten na pensionering te verminderen, of door “kleiner” te gaan wonen.
In een situatie waarin de AOW en het werkgeverspensioen onder druk staan, zijn er dus veel manieren om ervoor te zorgen, dat er na pensionering toch voldoende inkomen beschikbaar is. Echter, om tot een goede invulling van uw pensioen te komen is maatwerk vereist. Een op maat gekozen oplossing, die rekening houdt met uw specifieke wensen en omstandigheden.

Onderneem actie
Als uw adviseur op het gebied van financiële zekerheid denken wij graag met u mee. Wij kunnen u op onze eigen unieke manier inzicht geven in uw totale financiële situatie nu en later. Welke pensioenrechten u op dit moment heeft opgebouwd maar ook jaar op jaar wat uw besteedbaar inkomen na pensionering zal zijn rekening houdende met hypotheek en andere lasten. Ook kunnen wij samen met u nagaan of er maatregelen nodig zijn om uw financiële positie na pensionering te verbeteren. Wanneer u ons laat weten dat u hiervoor belangstelling heeft, dan maken wij graag met u een afspraak. Het eerste gesprek is voor onze rekening.

Rob Laurenssen is een alternatieve financieel adviseur. Hij is een specialist in lifestyle financiële planning, verzekeringen, sparen, beleggen, vermogensbeheer en getallenkraker van “the number” een must know voor iedere ondernemer.
Hij helpt gezinnen en ondernemers met het nemen van slimme, goed geïnformeerde beslissingen met hun geld en geldzaken.
Rob is onafhankelijk adviseur. Dat betekent dat hij niet is verbonden aan een bank of verzekeringsmaatschappij.
Voor meer informatie over Rob, bezoek zijn website www.laurenssenadvies.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten